Michelangelo di Lodovico Buonarroti was een ‘alzijdig mens’, oftewel een ‘uomo universale’ zoals de Italianen zeggen. Hij tekende, dichtte en schilderde, ontwierp gebouwen, maar hij was vooral legendarisch als beeldhouwer.
Het vervaardigen van sculpturen was voor Michelangelo een tergende worsteling, waarin hij streefde naar perfectie. Hij wilde tot de meest pure, eigenlijk nagenoeg onbereikbare, vorm komen. Dit werd hem ingegeven door de filosofie van Plato, die had gesteld dat er één ware en zuivere vorm bestond van alle dingen. De verschijnselen op aarde waren volgens Plato hooguit een reproductie hiervan. Michelangelo wordt beschouwd als een van de belangrijkste en invloedrijkste kunstenaars uit de periode van de Italiaanse hoogrenaissance.
Henk Roos (studie Kon. Academie van Beeldende Kunsten) schetst ons hoe Michelangelo in zijn jeugd gevormd werd in een neo-platonistisch milieu, hoe hij wedijverde met Leonardo, Bramante en Rafaël, hoe hij moest zien om te gaan met de soms onmogelijke opdrachten van de vele pausen die hij diende, en hoe hij tenslotte, als 72-jarige werd belast met de nieuwbouw van de Sint-Pietersbasiliek.
Meer informatie en/of reserveren